De Nederlandse huizenmarkt is de afgelopen jaren drastisch veranderd. Waar het voor de generatie van onze ouders vaak vanzelfsprekend was om rond hun 25e een woning te kopen, staat de gemiddelde millennial nu voor een heel andere realiteit. De gemiddelde huizenprijs in Nederland is sinds 2013 met meer dan 60% gestegen, terwijl de salarissen bij lange na niet in hetzelfde tempo zijn meegegroeid.
In grote steden als Amsterdam, Utrecht en Rotterdam zijn de prijzen nog extremer gestegen. Een starterswoning in Amsterdam kost gemiddeld al meer dan €400.000, wat met een modaal inkomen praktisch onbereikbaar is zonder aanvullende middelen. Daarnaast zijn er strengere hypotheekregels gekomen: je kunt nog maar maximaal 100% van de woningwaarde lenen en studieschulden worden zwaarder meegerekend.
Voor millennials betekent dit dat de gemiddelde leeftijd waarop een eerste huis wordt gekocht is gestegen naar 34 jaar, vergeleken met 28 jaar in 2000. Ook zie je dat veel starters noodgedwongen uitwijken naar kleinere gemeenten buiten de Randstad, waar de prijzen nog enigszins betaalbaar zijn. Het is belangrijk om deze realiteit te erkennen, maar niet te ontmoedigd te raken - er zijn namelijk wel degelijk mogelijkheden.